Het moet anderhalf jaar geleden zijn dat ik me op een regenachtige maandagavond diep in het meetjesland begaf voor een info-sessie voor ‘nieuwe’ pony ouders. Ik zag me nog helemaal niet als “pony-ouder” eerder als ouder van een dochter die occasioneel met een pony reed. En ja eerder ‘par accident’ lid geworden van “den LRV”. De affiliatie van beide termen, pony en ouder, leek me op dat moment nogal ‘overkill’ maar goed, laten we meegaan in hun verhaal en doen alsof het ons echt interesseert moet ik in mezelf gedacht hebben. Het is trouwens nog recent gebleken dat onze inlijving in dit hele LRV verhaal (en dus ook de uitnodiging voor die bewuste avond) deel bleek uit te maken van een grand-masterplan door de bestuursleden van LRV Waarschoot gesmeed. ‘Well played’ achteraf bekeken… Zie me hier zitten aan dit klavier.
Genetisch voorbestemd om overal te vroeg te zijn, was ik ook ditmaal de eerste aanwezige. Een strenge jonge dame met kort donkere haren verwelkomde me. Kort en bondig weliswaar en overhandigde me 2 bundels van toch een 40 tal bladzijden over LRV en Pony’s. Na de late aankomst van de collega’s leden (ook hier is sprake van enige genetische voorbeschikking) kon de info sessie beginnen. Wat volgde was een uur (of langer?) durende gedetailleerde en vooral strenge uiteenzetting over wat er van een ponyruiter, en bijgevolg zijn ouders, mag worden verwacht tijdens lessen, wedstrijden en kort samengevat al hun vrije tijd. Maar dat besef kwam toen nog niet. Mijn lichaam had moeten reageren met een vluchtreflex, duikend voor de mogelijke gevolgen van ons recent lidmaatschap. De daarop volgende zaterdag, toen de dochter haar bekwaamheidsproef reed in Moerzeke controleerde diezelfde jonge dame de uitrusting. Met een strenge blik, maar correct, werd ik erop gewezen dat de singel onvoldoende was aangespannen. De eerste officiële slechte punten. Toen ik later die dag een gesprek probeerde aan te knopen werd ik vriendelijk genegeerd. De jurywerkzaamheden hadden, en terecht, voorrang.
Nu zo vele maanden later, waar alles heel nauwgezet in de praktijk werd gebracht (en gehouden) zijn we volwaardige pony-ouders. Ja er kwam een pony, hierna volgde eigen vervoer. Bijna elk weekend gaan we op wedstrijd, we proberen elke avond te oefenen al dan niet in lesverband. Gesprekken gaan vaak, zo niet altijd over het pony gebeuren. Blijft er tijdens de avondmaaltijd tijd over na het evalueren van de laatste wedstrijd informeren we ook occasioneel nog eens naar de schoolresultaten… Waar vroeger werd uitgekeken naar de jaarlijkse reizen, plannen we nu ons volgend zelf te organiseren wedstrijd of tornooi.
Is het een hobby die heel veel van je vraagt, zowel materieel als tijd ? Ja heel zeker. Het kruis om dragen is redelijk impressionant zelfs. Maar je krijgt er zo veel voor in de plaats. Wekelijks als gezin van in de ochtend de voorbereidingen naar, de deelname aan- en dan ’s avonds de terugkeer van de wedstrijd in blijdschap of in telleurstelling te beleven is zo een ‘volledige’ ervaring. Het geeft zo veel voldoening en de kans om tenminste een dag als gezin door te brengen in een wereld waar het al te vaak om werken en presteren gaat.
De mensen die we leerden kennen (en er komen er steeds bij) met diezelfde interesse zijn zo mooi. Er wordt heel vaak gelachen, maar ook tranen worden gedeeld van blijdschap en telleurstelling. De jonge dame met de donkere haren kent ons ondertussen en een vriendelijke blijk van goedkeuring werd inmiddels ons deel. Pony-ouder worden kan niet zo maar, je moet het aanleren en je integreren, maar eens je het bent verleer je het nooit.
Dat kruis van mij weegt veel, maar het teruggeven doe ik nooit…